Altijd blijven bakken: makkelijke focaccia met olijven, gekaramelliseerde ui en verse kruiden

Corona: wat kan ik daar nog over vertellen? Behalve dat het doffe ellende is en dat ik vrijheid meer waardeer dan ooit tevoren, niet heel veel. Of toch wel? Yes, mijn mantra is namelijk deze periode: ALTIJD BLIJVEN BAKKEN! Heel veel meer kan je niet doen als je de hele dag thuis zit én jij, je huisgenoot of je buren worden er nog blij van ook. Win-win, als je het mij vraagt.

Makkelijke focaccia met olijven, gekaramelliseerde ui en verse kruiden

Naast de mislukte beurre noisette chocolate chip cookies, het bananenbrood en de echt-mislukte cinnamon buns (iets met gist dat 2 jaar over datum was, dit weekend doe ik een tweede poging) bakte ik gister een focaccia uit het boek Hoe bak ik brood. Een recept dat ik al vaker heb gemaakt en idiot proof is.

Dit keer voegde ik extra ingrediënten toe: zwarte taggiasche olijven, gekaramelliseerde uien uit de Franse supermarkt en een mix van verse salie, rozemarijn en tijm. Zo makkelijk en zo lekker! Het enige nadeel is dat je het een keer of zes moet laten rijzen, maar als je net als ik thuiswerkt moet dat geen probleem zijn.

Variëren kun je leren

Tip 1: heb je andere ingrediënten in huis zoals kappertjes, zongedroogde tomaten, rauwe rode ui, kaas (yes Gorgonzola, I’m looking at you!) of mijn lievelings ansjovis, be my guest en varieer tot je een ons weegt. Het is in de kern brood met liters olijfolie en kilo’s zout, dus lekker wordt het sowieso wel.

Tip 2: ik topte de focaccia met een simpele rucolasalade, tomaat, burrata en lang gerijpte balsamico, maar alleen dippen in wat olie (mét zout) is ook al heerlijk. Bewaar het brood max twee dagen verpakt op een donkere plek en piep het vlak voor je het weer gaat eten kort op in de oven.

Ingrediënten voor 1 focaccia

• 200 g bloem (patentbloem of pastabloem – typo 00)
• 3/4 tl keukenzout
• 1/4 tl instant gist
• 150 g/ml warm water
• 50 ml + 3 el extra vierge olijfolie
• 2 el gekaramelliseerde ui
• 10 taggiasche olijven, grof gehakt
• 2 el fijngehakte salie, rozemarijn en tijm
• Fleur de sel (of ander lekker zout)

Bereidingswijze

1. Meng de bloem met het zout. Zet apart. Meng de gist met het water. Voeg als de gist is opgelost het bloemmengsel toe. Meng met een houten lepel tot een plakkerig, redelijk nat deeg.
2. Doe een derde van de 50 ml olijfolie in een grote kom en leg hierin het deeg. Dek af met vershoudfolie of een theedoek en laat 1 uur rijzen.
3. Vouw het deeg twee keer en laat weer 1 uur afgedekt rijzen. Herhaal deze stap nog drie keer. Voeg tussendoor steeds een beetje olijfolie toe om te voorkomen dat het deeg aan de bodem gaat plakken.
4. Als het goed is, is het deeg nu gerezen en vol luchtbellen. Leg het deeg voorzichtig op een met bakpapier beklede bakplaat (pas op dat je de luchtbellen niet beschadigt). Dek af en laat 10 minuten rijzen.
5. Duw voorzichtig met je vingertoppen in het deeg tot een grote vierkante lap deeg. Dek af en laat 10 minuten rijzen.
6. Verdeel de vulling over het deeg, in deze volgorde: olijven, ui en kruiden. Hiermee voorkom je dat de olijven verbranden. Besprenkel met extra olijfolie, fleur de sel en zwarte peper. Dek af en laat 20 minuten rijzen. Verwarm ondertussen de oven voor op 240 graden.
7. Bak de focaccia in ongeveer 15-20 minuten in de oven goudbruin. Keer het brood om en klop op de onderkant. Als het brood hol klinkt, is hij gaar. Nog niet gaar? Bak de focaccia dan nog even in de oven. Laat afkoelen en geniet!